Dialogen met de niet-sporter

Waargebeurde mini-dialoogjes tussen de sporter en de niet-sporter:

1.

Onze auto staat op de stoep voor de deur, want we zijn hem aan het inladen voor een weekend weg. De buurman komt nieuwsgierig kijken .

Buurman: Waar gaan jullie heen?
Henk: Naar Ieper – ik ga daar zondag een marathon lopen.
Buurman: Een marathon? Is dat ver? Hoe ver is dat dan?

2.

We zijn met de auto op weg, dit keer naar Vlissingen. Onderweg stapt Henk op de Neeltje Jans uit om het resterende gedeelte te gaan lopen, als 30 km duurtraining. In Middelburg heeft hij moeite om de weg te vinden. Hij spreekt een voorbijgangster aan.

Henk: Mevrouw, kunt u mij misschien vertellen hoe ik het beste in Vlissingen kan komen?
Middelburgse vrouw, kijkt eens goed naar Henk: Lopend? U bent hárdlopend? Maar meneer, dat heeft u toch helemaal niet nodig, u bent al zo slank!

3.

Ik (alweer enige tijd geleden): Ik ga de Marmotte fietsen, een prestatietocht van 180 kilometer in de Franse Alpen, over vier cols.
Vriendin: O, en waar slaap je dan onderweg?

Variant (3b):

Henk: Ik heb drie keer de Elfstedentocht geschaatst, 200 kilometer door Friesland.
Buitenlander: O, en hoe regelen ze dan de slaapplaatsen?

 


Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.