Tijdritgericht trainen (3): hardlopen

Huh, hardlopen voor een tijdrit? Ja! Mijn training hoeft nu nog niet heel specifiek te zijn. Ik wil hardlopen sowieso onderhouden, maar het dient ook echt wel twee tijdritgerichte doelen:

  1. Basisconditie onderhouden, vooral rustige duur. Ik heb al jaren de ervaring dat de duurconditie van hardlopen uitstekend ’transfereert’ naar het fietsen. Als ik voor een halve marathon train bijvoorbeeld, met duurlopen van twee uur, fiets ik daarna makkelijk twee uur of meer. Het enige waar ik dan aan moet wennen is de zit, maar mijn benen geven geen krimp. Ik loop op het moment om de week een duurloop van zo’n 15 kilometer (ruim 1,5 uur). Daarmee kan ik dus prima mijn conditie onderhouden in de tijd van het jaar dat fietsen minder aangenaam is. Hardlopen kost minder tijd, dus ben je minder blootgesteld aan de elementen, het kan zelfs in het donker, en bij slechter weer (hardere wind, stukjes glad).
  2. Oefenen met wedstrijden ‘in het rood’. De tijdrit straks is zo kort dat dat een inspanning wordt boven mijn omslagpunt/anaerobe drempel. Dat doet pijn – al na een paar minuten gaan mijn benen dan ‘niet zo hard! dit houden we niet vol’ roepen, en de kunst is om dat te negeren. Dat kan ik goed oefenen hardloopwedstrijdjes tot maximaal een kilometer of zes. De vijf kilometer van de Parkrun is er ideaal voor. Ik wilde die dit seizoen minstens elke maand lopen, en dat is in september, oktober en november gelukt, en dat leverde inderdaad inzicht op over hoe ik dat kan doen, dik 25 minuten die benen negeren. Sindsdien zit de klad er een beetje in: ik was een keer te moe, het was een andere keer te slecht weer, en ik had andere hardloopplannen. Dat is geen probleem – het voornemen staat nog voor de komende maanden.

Die andere hardloopplannen, die dienen ook een belangrijk doel: de wintertraining leuk houden. Daartoe heb ik vanaf november een boel leuke loopjes gedaan. Ik schreef er al eerder over, de vier die ik daar in het vizier had waren ook allemaal leuk: de Tankloop, de Nieuwsjaarsloop van Spirit (1e, dubbele, foto hieronder), de Gorzentrailrun (samen met Nicole, 2e foto) en de Kraanvogelloop.

Ik loop twee keer in de week, en met die leuke dingen, de duurlopen en af en toe een vijf kilometer blijft er niet eens zo heel veel gewone trainingstijd over. Als ik ga trainen, doe ik een intervaltraining, ik verwerk daarin de traptraining en houd het verder licht, om ervoor te zorgen dat de totale belasting niet te groot wordt – wat wil zeggen: om ervoor te zorgen dat ik steeds voldoende hersteld ben om bij spinning diep te gaan.

Ik blijf hardlopen omdat ik wel degelijk triatleet blijf en niet straks weer bij nul wil moeten beginnen met opbouwen, en ook omdat ik van vroeger weet dat alleen fietsen voor mijn lijf te eenzijdig is. Hardlopen houdt mijn heupen en onderrug soepeler, dat kan ik voelen, en wat ik wéét is dat hardlopen goed is voor mijn post-menopauzale botten – de beste osteoporosepreventie die er is.

Maar bovenal blijf ik hardlopen omdat het lekker is. Diepgaan op vijf kilometer is lekker, die loopjes zijn hartstikke leuk, en hardlopen blijft een heerlijke manier van luchten en van invullen van #projectdaglicht. Dat dat dan deze winter ook nog helpt voor de sportieve fietsdoelen is helemaal mooi.

 


Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.