Prut

Een tijdje terug, met achter elkaar een boel evenementen (thuisloop, Ironman 70.3, thuiszwem), vond ik dat dit weblog begon te lijken op de fotoalbums van vroeger, toen mensen nog alleen foto’s maakten van bijzondere en leuke dingen (oma vertelt: dat was met zo’n rolletje erin met maar 36 foto’s erop die je dan daarna moest laten ontwikkelen en afdrukken, en daar ging je dus zuinig mee om). Uit mijn eigen albums van vroeger komt het beeld naar voren dat mijn jeugd één en al vakantie was. En zo zou je dus van dit weblog de indruk kunnen krijgen dat trainen voor een Ironman het aaneen rijgen van jofele evenementen is.

Nou, nee dus. Het grootste deel van  de Ironmanvoorbereiding is de dagelijkse trainingsdiscipline. Nou gaat dat op het ogenblik in grote lijnen prima (daarover een andere keer meer), maar het is lang niet altijd even leuk en makkelijk. En soms is het gewoon ronduit prut. Al sinds ik zo regelmatig sport dat ik een logboek bijhoud is dat eens in de paar weken het geval: een training valt in het water. Zoals daarnet. Dus als tegenwicht tegen al die ‘leuke’ dingen een verhaal over hoe het soms gewoon niet wil.

Op mijn schema stond 80 minuten zwemmen, dus plan was 40 minuten heen, keren, en terug, bij mij achter in de Schie. Daar moest ik al een beetje moed voor verzamelen, want ik vind dat lange zwemmen mentaal zwaar (je ligt toch alleen maar een beetje in de groene soep te koekeloeren, zeg maar) en ik heb een beetje zere schouder overgehouden aan de onderhoudsfysiotherapie van gister (iets de verkeerde kant op geschoten met de manuele therapie?). Dus ik ging later dan ik had gedacht, maar goed, da’s geen probleem.

Op de heenweg moest ik een paar keer stilhouden, naar de kant en stukjes schoolslag zwemmen omdat het knetterdruk was met plezier- en binnenvaart. Dat is niet zo relaxed, al is het ook geen groot probleem. Behalve dan toen er net op mijn hoogte twee schepen elkaar passeerden, en ik ver de kant in moest. Daar is het ondiep met stenen, daar kwam ik tegenaan en zo haalde ik mijn voet open. Klein sneetje maar, maar toch: auw. En meteen het besef: straks in het sodawater daarmee. Want ik vertrouw het Schiewater niet helemaal.

Toen ik na 1 km (in bijna 25 minuten, want het schoot bepaald niet op) bij de Doenbrug kwam, zaten er aan alle kanten boten. Daar had ik allemaal op moeten wachten om zelf onder de brug door te zwemmen, dus besloot ik om te keren en terug te zwemmen, dan zou ik dus niet één grote heen-en-weer doen, maar kleinere stukjes. Okee dan.

Net op de terugweg kwam er een bootje voorbij van de provincie, en vanaf het dek werd ik toegeroepen dat ik daar niet mocht zwemmen, vanwege de scheepvaart. ‘O’, zei ik maar, terwijl ik het donders goed weet. Het bootje ging liggen manoevreren en even dacht ik dat het terugkwam om mij op te pikken dan wel te sommeren de kant op te gaan. Dat was niet zo, maar dat was dus weer een stuk schoolslag om het in de gaten te kunnen houden.

Daarna heb ik een tijdje wel lekker gezwommen, totdat tot me doordrong dat mijn vingers wit en gevoelloos aan het worden waren. Het is sodeju 7 juli en ik heb het koud. Mijn wetsuit houdt mijn lijf wel warm, maar langzaam-maar-zeker verloor ik het gevoel in mijn vingers, en dat zwemt niet zo lekker. De watertemperatuurkaart geeft voor verderop (Lekhaven) 19,8 graden, maar dat was het hier niet, hoor, dat kan ik me niet voorstellen.

En zo besloot ik om terug naar mijn schoenen en handdoek te zwemmen en het verder voor gezien te houden. Snee in mijn voet, witte vingers, niet-zo-lekkere schouder (al ging zwemmen wel), een standje van een vlijtige ambtenaar, veel te druk, a-relaxed… ik ben het zat, ik stop ermee. Natuurlijk, meteen die gedachte: straks is en blijft het 3,8 kilometer, zo stelt mijn training niks voor, ojee, ik bouw niet genoeg op in duur met dat zwemmen! 

Nou, dat ligt natuurlijk nooit aan één training, en de dingen die tegenzaten, daar ga ik als het goed is in Vichy geen last van hebben. Hoe dan ook, het wilde gewoon niet vandaag. Punt erachter. Volgende keer beter.

Eenmaal onder de douche thuis kan ik er dan ook wel weer om lachen. Mijn vingers kwamen tintelend weer tot leven, hmm, nou, daarvoor was doorzwemmen echt niet goed geweest.

Nou, en van zoiets heb ik dus geen toffe actiefoto’s ofzoiets. Alleen een stilleven van hoe mijn spullen op het dakterras hangen te drogen na afloop en een voet-selfie in sodawater:

Drogende zwemspullen op rekje

Voet in bakje iets troebel water


Reacties

Prut — 1 reactie

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.