Nagekomen Franse foto’s

Hier zijn nog wat foto’s uit Gravelines, opgesnord via de organisatie, met veel dank!

Eerst nog een grappige van de XS op zaterdag, ik kom net uit het water. Te zien is dat ik een dubbele badmuts draag, dan blijft alles beter zitten:

Dan een fietsfoto van tijdens de SwimBike L op zondag:

… maar die is niet helemaal eerlijk, of althans, ik heb mezelf uitgeknipt, dit is het origineel:

En tot slot de finishfoto van de SwimBike. Je finishte op de plek waar je ook in een gewone triathlon van je fiets af moet. Daarna zette je je fiets in het parc fermé, en liep je naar de andere kant ervan, waar de finish was. Dat had geen haast, dus tijd om m’n birkies aan te trekken, loopt beter dan fietsschoenen. Het was wel de moeite waard: voor de foto, de medaille, het finishersshirt en de toegang tot de plek met eten en drinken:

Zwemkwaaltje?

Vorige week woensdag kreeg ik, voor het eerst ooit, last van een vaginale schimmelinfectie. Ik merkte het aan branderige edele delen. Vervelend kwaaltje – niet meer dan dat, maar zeker ook niet minder, zeker niet op de fiets.

Het verbeterde gelukkig na twee dagen al, en dat ging nog sneller met een paar eenvoudige middeltjes van de drogist. Nou goed, weet ik ook eens wat het is – veel vrouwen hebben er last van, sommige zelfs vaak.

Nou wil wel het geval dat ik de zaterdag ervoor iets geks had gehad in diezelfde regio. Bij de Jan de Koele zwemtocht (erg leuk!) had ik water in mijn vagina gekregen. Tijdens het zwemmen niets van gemerkt, het liep er later uit, zelfs nadat ik me had omgekleed nog. Dat was een raar gevoel, en niet normaal. Ik bedoel: dat heb ik anders nooit. Vervelend ook: ik kon pas uren later douchen en een schone onderbroek aantrekken. Die droog was, maar dat was de oude ondertussen ook al…

Ik heb sindsdien al wel weer drie keer gezwommen, en toen had ik het niet. Eén keer was in dezelfde ‘uitrusting’ in open water, maar wel minder ver, en douchen kon daar wel.

Nou vraag ik me dus wel af: hebben die twee dingen met elkaar te maken, en zo ja, wat is dan oorzaak en wat gevolg? Heeft het water de infectie veroorzaakt, meteen of door de natte onderbroek? Of kon het water door de beginnende, nog niet opgemerkte infectie binnenkomen? Of nog iets anders? Ik weet het niet. Googlend kon ik er niets over vinden, behalve dan iets over rondlopen in natte zwemkleding.

Ik hoop het eigenlijk ook niet te weten te komen, want daarvoor moet het vaker gebeuren. Liever net. Ik ga het wel in de gaten houden natuurlijk.

 

 

Robin reed binnen een soort Tour-etappe

Vorige week is op Zijwielrent een stuk verschenen van Robin, mijn halve-marathon-maatje van februari en toen gastblogger hier. Vandaag leek me wel een mooie om de link ernaar te posten. Het gaat namelijk over het virtueel fietsen van de Marmotte. Dat deed Robin afgelopen winter – en later ook nog de Cinglés du Mont Ventoux.

Vandaag zat ik zelf voor de televisie met een hoofd vol herinneringen aan de Marmotte (ik  reed ‘m in 2003 ofzoiets – lang geleden in elk geval). De Tour-etappe ging namelijk over diezelfde bergen. De laatste, de Alpe d’Huez, zelfs helemaal hetzelfde, de cols daarover (Galibier, Télégraphe en Croix de Fer) andersom. Sowieso is de Marmotte wel te vergelijken met een Tour-etappe.

Ik reed ‘m ‘echt’, ik zou wat Robin deed niet na willen of kunnen doen. Ik ben een uitgesproken buitenfietser. Een úúr binnenfietsen vind ik al helemaal niks, laat staan tien of meer.

Desalniettemin heb ik veel respect voor Robins prestatie. De nieuwsgierigheid naar hoe zoiets is, die kan ik me ook goed voorstellen. Van die nieuwe dingen ervaren als schuurplekken van de handdoeken. Enzovoort – lees zelf maar, hij schrijft er zelf mooi genoeg over!

 

Naar Grevelingen (F)

Afgelopen weekend waren manlief en ik naar Grevelingen in Frankrijk: Gravelines, een stadje met een Vlaams verleden. Aanleiding was vooral dat ik daar de SwimBike wilde doen: eens een keer alleen mijn twee beste sporten, dat leek me leuk. Ch’tri, Le triathlon made in Flanders, is een tweedaags multisportevenement, met triathlons over diverse afstanden, van XS tot XXL (de hele Ch’triman) en voor kinderen, en op zondag twee andere combi’s van de drie sporten: naast de SwimBike ook een run-bike-run. Voor de gein deed ik op zaterdag ook nog de XS erbij. Manlief ging voor de halve triathlon, op zondag. Het werd een mooi weekend!

Zaterdag

Mijn deelname aan de XS triathlon, 400m  zwemmen – 10 km fietsen – 2,5 km lopen, had nogal wat voeten in de aarde, want ik kwam er pas daar achter dat het een stayerwedstrijd was. Dat was me in al het Frans (het is niet bepaald internationaal geöriënteerd qua taal) niet opgevallen, misschien ook wel omdat ik dat niet verwacht: in Nederland heb je op recreantenniveau geen stayerwedstrijden, ik had er dan ook nog nooit een gedaan.

Op zich leuk dus, maar ik had m’n triathlonfiets mee met aerostuur, en dat is bij stayerwedstrijden verboden… we zijn razendsnel terug naar ons appartement gereden, dat was niet ver, manliefs fiets gehaald, net op tijd weer terug. Oef!

Ik kan op Henks racefiets rijden, maar ik kan dan niet inklikken dan (ander systeem pedalen) en op het herenzadel moet ik m’n bekken ver naar achter kantelen om m’n edele delen te ontzien, wat voelt alsof ik een remparachute ben. Nou goed, voor 10 km gaat dat wel, maar het niet kunnen gaan staan op de pedalen heeft me wel het enige mogelijke stayervoordeel gekost (ik werd één keer ingehaald). Er kwam ook niemand in mijn wiel van wie ik zelf inhaalde, dus van het stayeren zelf heb ik eigenlijk niks gemerkt. Mijn eerste wissel was wel erg traag, want met m’n natte voeten kom ik lastig in m’n loopschoenen. De tweede daarentegen… 

Al met al was het wel tof om te doen: een nieuwe afstand voor mijn collectie triathlonafstanden, mijn eerste stayerwedstrijd, en ik werd nog derde bij de dames-masters ook (van 17), in 49’48. Voor mijzelf was ik vooral blij dat ik harder kon lopen dan duurlooptempo, voor het eerst sinds covid weer. Ik heb me zelfs ingehouden, met het oog op de dag erna. Prestatiedoelen had ik verder niet.

Henk was mee als fotograaf, zo is mijn hele wedstrijd te volgen:

Zondag

Op die dag erna was de SwimBike inderdaad leuk. Gaaf om alles te kunnen geven op de fiets, vooral tegen het eind, dus dan niet in te hoeven houden met het oog op het lopen. Het was wel een bijzonder parcours: 

  • Het zwemmen was veel te kort. Het kan niet meer dan 1600 meter geweest zijn. De vele snelle zwemtijden waren me al opgevallen in uitslagen, en ik heb zelf ook maar 32 minuten gezwommen, nou, dat kan ik echt niet over 1,9 km. Het is wel gek, want het is in een roeibaan, ruimte zat.
  • In het fietsparcours (90 km) zit precies op de helft een ongelofelijk steile klim, echt een muur. Met het verzet van m’n triathlonfiets, de laatste restanten covid die m’n maximale vermogen nog begrenzen en pech met wat er om me heen gebeurde (iemand met materiaalpech en een auto in de weg) moest ik eraf, ik belandde zelfs tegen de heg eer ik uit kon klkikken, en daarna moest ik te voet verder. Oef, dat heb ik nog nooit eerder gedaan in een wedstrijd.

Met ook nog aantrekkende tegenwind op de terugweg reed ik niet harder dan 28,6 – maar daar was ik naar omstandigheden zeer tevreden mee en met de uitslag ook (9e bij de dames-masters, van 31). Verder vond ik het een mooi parcours en heb ik lekker gereden, en me vermaakt met de Vlaamse plaatsnamen (Watten, Noordpeene, Zuidpeene enzo).

Kort na mijn aankomst startte Henk, ik kon het startschot net horen vallen. Hij was vervolgens dik zes uur bezig met zijn halve triathlon (ook zwaar gehad, ook tevreden). Het was zo een lange maar erg leuke dag. De sfeer was geweldig, die Fransen moedigen fanatiek aan! Het was ook goed georganiseerd, ondanks de complexe logistiek van al die afstanden. Mijn enige puntje van commentaar zou zijn dat ik vond dat je je handen moet kunnen wassen of minstens reinigen na gebruik van de dixies – dat had ik zelfs voor corona al gevonden.

Groot pluspunt was de hoeveelheid trofeeën die we kregen: shirt, medaille, drinkbeker, thermosfles (zondag) en klein Sig-flesje (zaterdag). Hier showen we wat:

Uitstekende badmuts, ook voor mijn grote hoofd. De verzorging was ook prima, dus we hebben ook nog souvenir-bidons. Het is ook nog eens geen heel dure wedstrijd (in vergelijking met de Ironman), en weinig opdringerige commercie, dus dat is heel knap gedaan. Als evenement vind ik het een dikke aanrader.

We zijn in totaal vijf dagen naar Frankrijk geweest, zie ons Polarsteps-journaal, met ook nog een duik in zee en een fraaie wandeling op maandag en op dinsdag de Tour-etappe in de buurt. We hebben die zien passeren op de ‘achterkant’ van onze steile klim: de côte de Cassel. Minder steil dan voor ons, maar op kasseien. Eer was steeds zon en een luchtig windje, dus perfect weer om buiten actief te zijn. Echt een mini-vakantie zo!

 

 

Een hap uit het seizoen

Met het herstel van covid gaat het voorspoedig. Het is wel gek grillig, en dat ervaar ik als wezenlijk anders dan bij een bekend virus zoals een verkoudheid. Het lijkt alsof de symptomen elk hun eigen gang gaan: met ups en downs gemiddeld vooruit.

Dat ‘losgeknipt’ van elkaar zijn van de symptomen is wat het gek maakt. Zo had ik bijvoorbeeld maandag ineens weer een verhoogde rusthartslag en veel slijm in neus en keel, maar ook meer energie dan eerder (ik was voor het eerst ’s avonds niet nadrukkelijk aan m’n bed toe). Gister was dat slijm weg, rusthartslag normaal, energie even hoog – maar zag ik ineens weer wazig met m’n rechteroog, een symptoom dat een paar dagen weg was geweest. Maf hoor. 

Maar het gaat goed vooruit, en ik vind dat ik er goed vanaf kom. Desalniettemin neemt één zo’n gevalletje covid midden in het seizoen een grote hap daaruit. Hier zijn de consequenties die ik nu kan overzien:

  • Geen Vrouwentriathlon
  • Geen zwemtocht
  • Laatste keer trainingsgroep Pernis gemist (en eerder ook een door de gewone verkoudheid, dus ik heb in totaal een kwart gemist helaas)
  • Een DNF in Oud Gastel
  • Bij de eerstvolgende triathlons niet in goede vorm, deels door nog steeds aan het herstellen en deels door de trainingsachterstand (maar dat is niet zo heel erg – daarover later meer)
  • Een dusdanige trainingsachterstand met hardlopen dat de halve marathon op losse schroeven staat en in elk geval geen topprestatie gaat worden. Ik heb sinds de triathlon in Delft nog maar twee korte stukjes gelopen. Afgelopen maandag had ik wat langer in gedachten, maar dat was die dag met de verhoogde rusthartslag en ik blijf met die covid voorzichtig: ik ben niet gegaan. Nu komt het er een week niet van door andere plannen, en dan resteren dus nog drie trainingsweken…

Op de iets langere termijn komt het allemaal wel weer goed natuurlijk en het is peanuts ten opzichte van long covid en andere grotere gezondheidsproblemen. Wel denk ik: bij het huidige coronabeleid gaan we dit allemaal met regelmaat meemaken, bovenop de oude-vertrouwde virussen. Dat vind ik voor mezelf alleen al geen verheffend vooruitzicht. En dan ben ik nog goed weg aan het komen. Ik heb daarom de petitie voor een ander coronabeleid ondertekend. Zitten goede mensen achter!

 

DNF 😀

Nou, de covidhersteltriathlon ging eigenlijk best wel goed. Het plezier is zeker gelukt. Oud Gastel is een van mijn favoriete triathlons: precies de goede balans tussen de kneuterigheid van een echte dorpstriathlon (het lijkt alsof het hele dorp óf meedoet óf vrijwilliger is, of allebei, en anders staan ze wel te supporteren) en een goede organisatie. Net een tikkie ingewikkeld met twee wisselzones, dus we waren er al anderhalf uur van te voren. Toen bleek manlief z’n helm vergeten, maar gelukkig hadden ze leenhelmen – oef. Het was van de kinderwedstrijd de dag ervoor:

Het was een gekke dag qua weer, want het wisselde tussen kil, grijs & grauw met regen bij een graad of 17 en warm en zonnig en dus een beetje benauwd.

Ik had net weer zo’n sprongetje vooruit gemaakt qua herstel. Bij het zwemmen had ik eigenlijk meer last van m’n verkleumde handen. Net voor de start was het zo’n kil en nat moment namelijk, dus stonden we – zonder wetsuit, watertemperatuur 22,5 – met z’n allen te bibberen. Dat is ook een beetje de makke van de complexe logistiek: naar de zwemstart neem je alleen het minimale mee. Een jackie leek me niet nodig, want eerder was het juist wat klef-warm geweest.

30′ gezwommen, ik heb geen idee of de afstand (1300m) klopte; meestal meet mijn horloge te veel en Strava blaast dat nog verder op. Als het klopt, zwom ik wel traag, maar geen drama. Ik had last van die koude handen, en ik merkte wel, woensdag ook al: ik ben misschien ook net de puntjes op de techniek-i van de cursus powerstroke kwijt door het vormverlies en het gebrek aan training. Ik voelde vooral m’n linkerarm ‘slippen’, dus dat ik dan die elleboog niet voldoende kon knakken om echt te stuwen. Bekend probleem, en ik vond het op zich al goed dat ik het in de gaten kreeg. Dan komt het ook wel weer terug. Tijdens zo’n wedstrijd kan ik me er alleen niet op concentreren, dat heeft even aandacht nodig weer.

Op de fiets reed ik misschien maar een Watt of 5 lager dan oorspronkelijk (pre-covid) beoogd, bij een normale hartslag. Snelheid daarbij was hoger dan ik had verwacht  (31,4), ondanks niet eens heel gunstige wind. Harder ging niet, maar ik vond dit al lang best. Wel voelden m’n benen wat moeier dan normaal, en mijn vermogen liep ook iets terug gaandeweg. Als ik m’n rug en nek vandaag voel was dat meer de trainingsachterstand dan de covid zelf: ik had moeite om de houding te houden. Dat moet ik sowieso voorzichtig opbouwen en ik heb al vaker gemerkt dat ik het ook gauw kwijtraak.

Maar goed: dik tevreden, ik vind het een fijn parcours, door het westbrabantse platteland. Ik zag net in de uitslag dat ik in het (recreatieve) veld de derde fietstijd overall heb gereden bij de vrouwen, haha. Nouja, de snelle vrouwen waren ’s ochtends gestart in de wedstrijdserie.

Daarna heb ik nog één rondje gelopen zonder het te pushen, dus dat werd duurlooptempo. Dat ging eigenlijk ook best, alleen zit dan het slijm in m’n luchtwegen meer in de weg dan bij de andere sporten. Bovendien wilde ik mezelf niet uitputten, vandaar dat ik ben gestopt. Dat was verstandig, denk ik, want ik was ’s avonds flink afgedraaid, 10 uur geslapen vannacht.

Vandaag dus spierpijn in m’n rug en verbrande schouders, want voor de start leek er echt geen aanleiding om die in te smeren.

Manliefs schouders zien er ongeveer net zo uit. Hij is wel gefinisht, ook hij had het als – naar omstandigheden – wel okee ervaren.

Al met al was ik (ook naar die omstandigheden natuurlijk) supertevreden. Vorige week om deze tijd was het voor mij nog een grote vraag of ik zou kunnen starten immers – of ik de puf zou hebben om naar Oud Gastel af te reizen zelfs. Maar jawel, en dan is het fijn om een startnummer op te spelden:

Frappant: zwemmen en fietsen gingen allebei stukken beter dan in 2017, dus ik zou kunnen stellen dat de overgang toen een dramatischer effect had op mijn vorm dan covid nu. Maar dat is wel appelen met peren vergelijken. De overeenkomst is dat het niet lukt om diep te gaan. Toen verwoordde ik het als ‘het gaspedaal niet kunnen vinden’, dat was gister zeer zeker ook aan de hand, maar het was daarbij ook een kwestie van niet willen – niet tot het gaatje willen gaan dus, zeker bij het lopen. 

Hoe dan ook: ik ben nog nooit zo blij geweest met een DNF!

 

Op naar de covidhersteltriathlon

Weer de gebruikelijke procesevaluatie de dag voor het evenement. Morgen zou m’n tweede grote seizoensdoel zijn: eindelijk eens goed presteren bij de 1/3e triathlon van Oud Gastel. Ik ben daar twee keer eerder gestart en allebei de keren had ik een slechte dag. De eerste keer was nog voor dit weblog, de tweede keer heb ik hier wel beschreven. Een persoonlijk parcoursrecord lag dus voor het oprapen, zeker omdat ik lekker trainde: ik was goed onderweg.

Net als in de aanloop naar mijn eerste seizoensdoel moet ik echter zeggen: maar helaas. De vorige keer was het een verkoudheidje, dit keer staat covid in de weg. Ik ben ondertussen al zes weken bijna non-stop bezig met virussen – zucht. Nouja, als het maar weer helemaal goed komt, en daar lijkt het wel op.

Nog even een resumé:

  • Achteraf gezien kreeg ik op donderdag 9 juni de eerste symptomen, in de vorm van slecht zien met één oog (wazig, vlekken).
  • De dag erna ging ik ’s middags hoesten, zaterdag hoestte ik stevig maar testte ik negatief en voelde ik me ook nog goed genoeg om heerlijk te wandelen (gelukkig zonder m’n maatje te besmetten).
  • ’s Nachts veranderde dat nogal, en op zondag heb ik een dag met koorts in bed doorgebracht, met hoesten, snotteren, en wazig zicht.
  • Vanaf de dag erna ging het enerzijds een stuk beter, maar anderzijds ‘hing’ mijn herstel nog een hele week: ik bleef me net wat ziekjes voelen, futloos, snotteren, enzovoort. Afgelopen maandag testte ik ook nog positief, op dag 12.
  • Dinsdag kwam er ineens een grote stap vooruit. Ik heb nog steeds luchtwegsymptomen (slijmerige neus en keel) en vlagen van wazig zien, maar dat voelt niet meer ziek en mijn energie is weer een heel stuk terug op niveau. Dat ‘hangt’ wel weer opnieuw, dus het is afwachten tot de volgende stap vooruit.

Ik heb heel veel verhalen gehoord van sporters die na covid niet terug komen op niveau, variërend van net niet en lang moe tot de serieuze long covid. Ik had begrepen dat te snel te veel gaan doen daar een rol in kan spelen, dus ik ben voorzichtig. De hele eerste week heb ik alleen een beetje gewandeld, yoga gedaan, en één keer een rustig stukje gefietst. Voor meer had ik ook nog geen fut. Deze week heb ik de drie sporten uitgeprobeerd, alles nog alleen kort en rustig. Fietsen ging gewoon goed en was heerlijk, zwemmen ging goed maar traag, hardlopen was moeizaam door amechtige luchtwegen. Van het zwemmen en hardlopen heb ik enige spierpijn. Mezelf kennende is het overigens niet gek dat hardlopen het moeilijkste is – dat is altijd zo, dat die sport het meest te lijden heeft onder m’n vormdips.

Wat ik deze week heb gedaan vind ik voldoende om morgen te starten. Ik hoop in elk geval te kunnen zwemmen en fietsen, en daarna zie ik wel: niet lopen of alleen de eerste ronde. Het zou fijn zijn als ik op de fiets weer een klein beetje gas kan geven ook.

En dan vooral lol hebben. Het waren niet de leukste weken immers, ziek en in isolatie. Vrouwentriathlon gemist, Kattendijke-Wemeldinge gemist. Ik kan wel balen van dat Oud Gastel ‘m weer niet gaat worden qua prestatie, maar ik kan ook gewoon blij zijn dat ik wel kan gaan en kan starten!

 

Foto’s

Eerst maar even de foto van het slechte nieuws van deze week, althans, van de verklaring voor alwéér ziek:

We zitten in isolatie, ik heb manlief besmet, ben aan de beterende hand, maar zal zeker een week uit de running zijn, letterlijk en figuurlijk, en ik doe voorlopig voorzichtig. Geen idee nog wat het betekent voor de plannen voor de komende weken. Eerst goed beter worden!

Dan de leukere foto’s: van de triathlon in Delft. Ik sta er zelf een paar keer fraai op:

En manlief is helemaal goed gelukt:

Met dank aan de fotografen Springstof Media, Michel Wessels en Mario Bentvelsen!

 

Story of my life

Ik schreef het vorige week: ‘ik ben weer bijna helemaal fit’. Nou, dat heeft daarna nog welgeteld twee dagen geduurd. Vrijdagmiddag ging ik hoesten. Ik hoopte eerst nog dat het hooikoorts was of een late oprisping van de verkoudheid, maar zaterdag kon ik er niet omheen: ik was opnieuw ziek aan het worden. Jaja, twee afleveringen direct achter elkaar van de gezondheids-story of my life. Zucht.

Ik voelde me zaterdag nog fit, zelftest was negatief, dus ben ik wel gaan wandelen, een prachtige etappe van het Pelgrimspad, onder andere langs de molenviergang bij Aarlanderveen:

’s Avonds werd ik echter in rap tempo moeier en ik had daarna een lange maar koortsige nacht. Gister heb ik voornamelijk in bed doorgebracht. Vandaag is het iets beter, maar ik heb wel nog verhoging en ik vond een rondje eiland wandelen al heel wat. Lekker om buiten te zijn – maar ook genoeg.

Het kostte me gister mijn deelname aan de Vrouwentriathlon, die waarschijnlijk voor het laatst in deze vorm georganiseerd werd en waar ik dus extra graag bij wou zijn. Ik wist zaterdag al wel dat starten er niet in zat: de hoest kwam van te diep om de nek-check te doorstaan. In de loop van de nacht ging ik beseffen dat meegaan als supporter of helpende hand er niet in zat. Henk (vrijwilliger en fotograaf) en Nicole zijn samen gegaan. Mij thuis achterlatend in vlagen van zelfmedelijden. Gelukkig was het wel duidelijk dat het niet ging.

Vandaag had ik zo’n dag dat ik al wel weer wat kon maar niet veel, dus dat de verveling toe dreigt te slaan. Vanmiddag heb ik me daarom vermaakt door Ronde van Zwitserland te kijken. Ik herinnerde me daarbij een eerdere keer dat ik ziek wielrennen had gekeken. Eind juli 1998 zat ik ongeveer in hetzelfde stadium van ziekte wat te zappen en toen belandde ik in een Tour-etappe. De Tour, ja, die herinnerde ik me nog. Ik had in de hoogtijdagen van TI-Raleigh wielrennen gekeken, met mijn vader mee, naar de Tour-overwinning van Zoetemelk, en ik was fan van de Kneet-story. Die belangstelling was weggedeemsterd maar – zo bleek – snel weer op te porren. In een duister decor van regen en mistflarden tussen dreigend zwarte bergen reed voorop een balletdanser met grote oren en een bandana op z’n kale hoofd, en er ergens achter een mijnwerker met warmtepleisters op z’n knieën. De mijnwerker was op dat moment, zo begreep ik uit het commentaar, bezig met het verliezen van die ronde, aan de balletdanser. En ik zat daar op de eerste rang naar te kijken – ademloos.

Ik werd nóg ademlozer toen ik twee dagen later opnieuw eerste rang zat, nu bij een heuse staking, met renners die op de grond gingen zitten, er de brui aan gaven, onderhandelden. Wat was dit, joh, wat een krankzinnige sport! Daar wilde ik wel meer van zien. In 1999 was ik tijdens de Tour op vakantie, maar ik hoorde wel dat een voormalig kankerpatiënt die had gewonnen – weer zoiets. In 2000 keek ik zelf weer. Toen greep het wielervirus me definitief.

Er is vanaf die Tour van 1998 een tamelijk rechte lijn te trekken naar mijn eigen fietsen en van daar naar mijn hele leven. Want om in 2001 mee te doen aan de op die voormalig kankerpatiënt geïnspireerde Ride for the Roses leende ik een racefiets. Daarvoor was ik al vakantiefietser maar vond ik racefietsen maar onhandig – kon je niks op meenemen. Dat bleek anders te liggen: het was zo leuk dat ik een klein jaar later een eigen racefiets kocht. Ik had die fiets nog maar twee maanden of ik sprak bij een cyclo een man aan die me eerder uit de wind had gehouden. Dat had nogal gevolgen: vier jaar later zijn die man en ik getrouwd.

Moraal van dit verhaal? Soms is ziekzijn best wel goed. Wie weet hoe mijn leven was gelopen als ik op 27 juli 1998 gewoon naar kantoor was gegaan.

Desalniettemin vind ik het nu wel vervelend. Maarja, dat was in 1998 ook zo.