Sportschoolhuiver

Ik kom nog even terug op wat ik hier al vaker schreef: dat ik sinds de zomer niet meer in de sportschool kom. Waarom eigenlijk niet?

Het geldt voor meer mensen, begreep ik, maar vooral voor ‘ouderen’. Ik herken mezelf niet in het beeld van bange oudere. Ik ben niet bang om dood te gaan of op de IC terecht te komen, die kans acht ik piepklein. Wel wil ik liever geen covid-19 krijgen omdat het een geniepig virus is en ik ook liever niemand wil besmetten. Ik houd me daarom aan de regels en let wel op, maar het is niet zo dat ik elk risico vermijd. Ik ben de afgelopen maanden tamelijk onbevangen naar zwembaden, restaurants, theaters, een bioscoop, winkels enzovoort geweest. Ik ben op vakantie geweest, ik heb een beetje OV gebruikt, ik heb met vrienden afgesproken en blijf dan buiten niet krampachtig op 1,5 meter. Ik ga naar masseur en – zo nodig – chiropractor. Ik schrok wel een keer toen ik diens adem in mijn gezicht voelde. Dat was een paar weken terug; sindsdien draag ik een mondkapje – en zij ook.

Waarom dan niet de sportschool? Die vraag drong zich deze week nogal op, nu een boel van die dingen die ik wél deed, niet meer mogen, maar nou net de sportschool wel.

De ene kant is dat ik het gewoon echt minder leuk vind dan normaal. Onder normale omstandigheden vind ik het net leuk genoeg. Het is zeker niet die ‘uitlaatklep’ uit de overheidscommunicatie van deze week. Dat woord is sowieso het mijne niet, maar als ik iets op sportgebied zo moet benoemen is dat sowieso buiten, met fietsen voorop.

Ik ga vooral naar de sportschool om dat buiten sporten te ondersteunen. Rechtstreeks:  krachttraining voor m’n benen. Of als compensatie, om eenzijdigheid van m’n ‘echte’ sporten te compenseren. Bodybalance is een tegenhanger voor m’n recht-toe-recht-ane duursporten, het haalt me uit mijn eigen bewegingspatroon en voorkomt daarmee eenzijdigheid. Ik heb er veel baat bij, volgens mij. Mijn sportschoolbezoek is dus vooral functioneel. En ik vind het leuk genoeg om ongeveer een keer per week te doen. Al meer dan twintig jaar inmiddels, waarvan 14 bij Fitsportland, net over de gemeentegrens in Schiedam.

Een aantal veranderingen onder de corona-maatregelen duwen het sportschoolbezoek net over het randje van niet-leuk. De lessen zijn ingekort; bodybalance is ontworpen voor een uur en daar 45 minuten van maken trekt iets scheef. Dieptepunt daarin was toen de juf een keer riep ‘we hebben nog twee minuten voor de relaxation’. ‘Laat dan maar’ dacht ik. Als ik thuis een filmpje van YouTube gebruik (nu dit), heb ik wel het volle uur. Op een moment dat mij uitkomt, zonder te hoeven reserveren. Want dat is het ook: ik heb ontdekt dat ik veel prima thuis kan doen.

Ook het niet mogen douchen en omkleden speelt een rol, vooral voor spinning. Daar wijk ik naar uit als het weer te slecht wordt om lekker buiten te fietsen. Voor een intensieve les dan, want het is kort zelfs een uur al, laat staan drie kwartier. Ik werk mezelf dan dus finaal in het zweet, en dan zou ik in drijfnatte kleding naar huis moeten – door dat slechte weer. En nee, de auto is geen optie – voor dat soort dingen pak ik de auto niet, dat heb ik nooit gedaan, daar houdt het voor mij op. Met een boel mensen tegelijk hard hijgen binnen lijkt me trouwens sowieso iets wat je niet zou moeten willen nu, zelfs niet op 1,5 meter van elkaar, dus spinning in een groep doe ik voorlopig niet.

Verder mis ik ook het nababbelen in de kleedkamer. Ik ga niet naar de sportschool voor de gezelligheid. Ik ging mijn eigen gang en hoorde bij geen enkel vast groepje. Vaak babbelde ik dus zelf niet eens mee, maar ik luisterde wel en deed zo talloze interessante observaties – een inkijkje in een voor mij verder vreemde wereld van elk jaar met de caravan naar dezelfde camping gaan tot sporten tegen heug en meug.

Soms ergerde ik me aan de juffen, maar hun lessen waren wel gewoon goed, en je ergeren is niet zo erg als je verder niks met die mensen moet. Het kan zelfs een band scheppen, en zo heb ik aan wél meebabbelen na spinning ooit wel nog een vriendin overgehouden, die al jaren geen lid meer is omdat de ergernis te hoog opliep. Nu sta ik meteen na de laatste oefening in m’n eentje buiten – dat lijkt wel bijna op thuis in m’n eentje aan de slag.

Spinning kan ik thuis niet opvangen, en ook de fitness niet helemaal. Ik doe bijvoorbeeld nu al sinds maart dezelfde krachtraining voor mijn benen: lunges, met in elke hand een emmer met zand. Dat zand heb ik nog niet bijgevuld, dat is meer gehannes dan gewoon een beetje zwaarder gewicht pakken. Maandenlang hetzelfde doen is okee voor onderhoud, maar echt trainen is het niet. Ook dat kriebelt wel, nu het allemaal zo lang gaat duren. In de aanloop naar volgend jaar wil ik misschien toch wel weer wat opbouwen.

Sportschoolbezoek zou bovendien net een beetje extra dynamiek kunnen geven aan mijn bestaan. Ik zit al zo veel thuis naar mijn eigen beeldscherm te koekeloeren, dat bodybalancen thuis terwijl ik naar datzelfde scherm kijk saai is. Afhankelijk van m’n stemming vind ik dat dan ook wel eens wat deprimerend. In het algemeen mis ik de ‘reuring’ in mijn bestaan nog het meest van allemaal. Sportschoolbezoek is dan een klein verzetje – een uitje.

Maar wat houdt me tegen? Toen ik daar eens over doordacht, realiseerde ik me dat er een paar momenten zijn geweest die mij het gevoel hebben gegeven van ‘ze hebben geen idee’. Het zit ‘m dus vooral in hoe de andere bezoekers zich gedragen.

Dat is meteen in maart begonnen. Op donderdag 12 maart stond mijn wereld al op z’n kop. Twee dagen ervoor had een opdrachtgever mijn grootste klus van het voorjaar geannuleerd – mijn bedrijf stond ineens op instorten, zo voelde het (dat valt wel mee, weet ik nu, maar het was zeker heftig en dit is financieel een zeer mager jaar). Ik voelde de bui al hangen – ’s middags begon het grote strepen in mijn agenda: het regende annuleringen van leuke dingen. Die avond werd de lockdown afgekondigd. 

Op die dag was ik ’s ochtends naar de sportschool. Ambivalent: dat is een fijn tijdstip, maar ik had op dat moment eigenlijk in Amsterdam een training moeten geven. Die was dus geannuleerd. Ik was als de dood voor wat er op ons af kwam denderen – ik voelde me een konijn dat in de koplampen staarde.

Maar in de fitness zag ik niemand anders de aanwezige handontsmetter gebruiken. Het nababbeltje in de kleedkamer ging van kabbel-de-kabbel en had als meest zorgelijke strekking ‘jammer dat we niet naar Italië op vakantie kunnen nu’.

Ik was verbijsterd. Ik dacht: ‘ze hebben geen idee’.

Dat bezoek is licht traumatisch geweest, zal ik maar zeggen. Van de zomer heb ik kleinere soortgelijke ervaringen gehad, allebei in de tijd dat er in Schiedam fikse uitbraak was, aan het begin van de tweede golf.

  • Een keer moest ik me na een bodybalance-buitenles (buiten was nog relatief wél leuk) ongeveer door een meute babbelende dames heenwringen die klaar stonden voor de volgende les. Anderhalve meter, wat is dat?
  • Voor de enige binnen-bodybalanceles die ik nog wel heb gedaan, liep ik de kleedkamer in – dat is de toegangsroute naar de zaal. Die zat en stond vol met wachtende vrouwen – weer zo’n beeld van een meute. Ik deinsde terug, en toen zei nogalliefst de juf: ‘kom er maar bij, Louise, we gaan zo beginnen’. Ik heb mijn adem ingehouden en ben langs die groep rechtstreeks doorgelopen naar de zaal.

Kennelijk gaat het goed, want ik heb niks vernomen van besmettingen via die sportschool. Maar ik voel me er gewoon niet senang bij, en meer buitenstaander dan ooit.

Misschien moet ik daar toch maar eens overheen stappen. Op dit moment heb je er veel ruimte om individueel te trainen, omdat de groepslessen niet doorgaan – ja, ik houd de communicatie rond de corona-aanpassingen nog in de gaten. En ik kan niet zwemmen, dus de sportschool zou wat extra beweegmogelijkheden bieden.

En anders moet ik m’n abonnement maar eens gaan opzeggen. Dat heb ik ook nog niet gedaan. Daarvoor trekt er iets toch nog. Dat heeft ook wel met die 14 jaar te maken: zo’n relatie zeg ik niet zomaar op.

Ik ben er nog niet uit. Ik wil wel voor het nieuwe jaar begint de knoop doorhakken. Maar dan moet ik het toch echt nog wel een keer gaan proberen, vind ik. Het heeft me in elk geval geholpen dit zo op een rijtje te zetten!

 


Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.