Het blijft een moeilijk onderwerp

Ook al is voor mijzelf het grootste leed geleden, het thema ‘sporten in de overgang’ blijft me boeien. Vandaar dat ik onlangs Menopocalypse las – al was het alleen maar vanwege de titel.

Nouja, eigenlijk was ik voor wat mijzelf betreft benieuwd of Amanda Thebe ook in zou gaan op leven en sporten na de menopauze. Die indruk had ik gekregen op basis van haar tweets. Dat is echter nauwelijks het geval: het gaat vooral over de overgang zelf.

Een andere verwachting, die op basis van de titel, werd wel ingelost: de humor. Dat is een van de redenen waarom het in grote lijnen misschien wel het beste ‘overgangsboek’ dat ik ken, want het is mij en anderen al eens opgevallen dat de combinatie van humor en overgang zeldzaam is. 

De andere reden is dat het ook inhoudelijk een goed boek is. Had ik dit maar tien jaar geleden gelezen. Een boel van wat erin staat, heb ik moeizaam moeten bevechten, uitvinden, oppikken en stukje-bij-beetje geleerd, veelal te laat. Belangrijkste daarvan is dat het niet zozeer het dalen van de geslachtshormonen is dat rechtstreeks allerlei problemen veroorzaakt, opvliegers voorop (het standaard beeld), maar dat het de stressreactie (cortisol) is van je lichaam op de rommelige hormonen, waar je werkelijk de gekste dingen van kan krijgen.

Met daaruit voortvloeiend: het belang van het niet verder ‘stresseren’ van dat lichaam dan wel zorgen voor voldoende rust en ontspanning. Dat laatste leerde ik pas afgelopen april, toen ik in ging zien dat ik, zoals zo veel andere vrouwen ook doen, de vlucht naar voren had gekozen toen sporten niet zo lekker ging.

Wat ik ook goed vind aan het boek is dat het een breed en genuanceerd beeld geeft van de overgang. Veel informatie gaat uit van één bepaald beeld, daar heb ik veel last van gehad. Dus iederéén last heeft van ofwel ‘last van opvliegers’. ‘Het einde aan het zorgen’.  ‘Aankomen in gewicht’. Ik vond dat vaak vervreemdend en stereotiep. In Menopocalypse herken ik wel veel, bijvoorbeeld het rare en overrompelende van het begin van grote, onverklaarbare problemen. Thebe kreeg zelf uit het niets heftige en frequente migraine die haar totaal onderuitschoffelde. Het duurde jaren voor ze leerde dat dat door de overgang kwam. Bij mijzelf was het het plotselinge slechte slapen, eind 2011.

Zo was er een heleboel meer wat ik met instemming en ‘herkenning-achteraf’ las (‘had ik dat maar eerder ergens gelezen’). Dus: een leuk, goed, breed, genuanceerd boek met een boel informatie en tips.

Alleen nou net op het onderwerp ‘sport’ vind ik het minder breed en genuanceerd. Dat geeft eigenlijk maar één recept, waarvan krachttraining de hoofdmoot is. Ze noemt dat Menopause Metabolic Resistance training, MMR. Ze werkt dat ver uit, met página’s lang gedetailleerd alle oefeningen beschrijven en een trainingsschema.

Ik begrijp wel waar dat vandaan komt: Thebe is zelf fitnesstrainer. Maar eerder in het boek staat dat je wat sporten betreft vooral moet doen wat je leuk vindt. Fitness werkt voor haar, ze vindt het leuk, en ze heeft er commercieel belang bij. En ja, krachttraining helpt tegen veroudering, bijvoorbeeld tegen spierverlies en botontkalking. Maar wat nou als je al een andere sport doet? Hoe ga je daarmee om in de overgang? En leer je fitnessoefeningen wel uit een boekje? Wie vindt dat eigenlijk wél leuk, wie houdt dat vol, drie keer in de week met gewichten en zware grondoefeningen in de weer op je eigen zolder? Als je het niet toch al deed?

Er zit ook nog – vind ik, maar dat is ook wel vanuit mijn werk, waarin ik regelmarig met de logica van indelingen en de helderheid van concepten enzo bezig ben – een conceptueel probleem in. Thebe onderscheidt trainen (drie keer in de week een korte maar stevige en veelzijdige fitness-routine) van ‘NEAT’: non-exercise activity thermogenesis. Dat wil zeggen: alle beweging die niet onder training valt, zoals schoonmaken, boodschappen doen, wandelen, tuinieren – en vervoer op de stadsfiets, zou ik erachter denken, maar dat is te Nederlands gedacht natuurlijk. Dat doe je op de andere dagen, voor de extra beweging en als herstel van de krachttraining. Maar dat staat wel in het trainingsschema, en dan is het volgens mij juist géén NEAT. Zwemen, yoga en zumba vallen er bovendien ook onder. Als het maar ontspannen is.

Drie keer per week MMR, drie keer per week NEAT. Maar dan ‘mag’ je  kennelijk op de dagen dat je krachttraining doet niet wandelen, schoonmaken of in de tuin werken? Dat vind ik gek. Er is ook nog één dag per week helemaal ‘off’ en dan moet je stilzitten ofzoiets? Dat snap ik neat – uh, niet. En (bedacht ik later, dus dit is een edit) ik vind het in totaal ook helemaal niet zo veel beweging, maar het is misschien bovengemiddeld voor Canadese vrouwen van rond de 50?

In het hoofdstuk over sport staat dan weer wel een paragraaf waarbij ik instemmend ging knikken. Die heet: ‘don’t let the old lady in’ en gaat over het belang voor je gezondheid en fitheid van blijven geloven dat gezond en fit zijn mogelijk is, ook als je een dagje ouder wordt. Dus niet te gauw gaan denken dat je ‘nou eenmaal geen 18 meer bent’ en dat je dus maar moet accepteren dat het allemaal niet meer wil, dat je het kalmer aan moet gaan doen. We zijn gemaakt om tot op hoge leeftijd actief te blijven (zie ook dit onderzoek). Als tegenwicht tegen het negatieve beeld van ouder worden dat dominant is in de maatschappij, kan dat niet vaak genoeg herhaald worden.

Dus: het boek is de moeite waard, maar sporten in de overgang blijft een lastig onderwerp!


Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.